Vruchtbaarheid supplementen paard

De vruchtbaarheidscyclus van de merrie is circa 21 dagen. Een merrie is vooral vruchtbaar in het voorjaar en in de zomer en het beste dektijdstip en inseminatietijdstip is, vanaf eind april tot en met juli, zo'n 1 tot 2 dagen voor het einde van de hengstigheid (net na de eisprong). De hengstigheid van een merrie duurt 5 tot 7 dagen. Een merrie is 11 maanden drachtig van haar veulen.

De vruchtbaarheidscyclus van een merrie verwijst naar de regelmatige perioden waarin ze vruchtbaar is en dus in staat is om te worden bevrucht. Merries zijn seizoensgebonden polyoestrische dieren, wat betekent dat ze meerdere oestruscycli hebben tijdens het fokseizoen (doorgaans lente en zomer). Hier is een kort overzicht van de vruchtbaarheidscyclus van een merrie:

1. Oestrus (of hengstigheid): Dit is de periode waarin de merrie ontvankelijk is voor de hengst en bevruchting kan plaatsvinden. Oestrus duurt meestal 5-7 dagen, maar kan variëren tussen individuele merries. Tijdens deze periode zal de merrie vaak kenmerkend gedrag vertonen, zoals het optillen van haar staart, frequent urineren, en het "wenken" naar een hengst.

2. Ovulatie: De eisprong gebeurt meestal in de laatste 24-48 uur van de oestrusperiode. Dit is wanneer de eierstok een rijpe eicel vrijgeeft om bevrucht te worden door een spermacel.

3. Diestrus: Na de oestrus komt de diestrusfase, die ongeveer 14-16 dagen duurt. Tijdens deze periode is de merrie niet ontvankelijk voor de hengst en kan ze zelfs afwijzend of agressief zijn als een hengst in de buurt is. Als de eicel tijdens de oestrus is bevrucht, zal het embryo zich tijdens deze periode in de baarmoeder nestelen.

4. Anoestrus: In de herfst en winter kunnen merries een rustperiode ervaren, bekend als anoestrus, waarin ze geen oestruscycli hebben. Dit is een aanpassing aan de kortere daglichturen en zorgt ervoor dat de geboorte van veulens in de gunstigere lente- en zomermaanden plaatsvindt.

De volledige cyclus van oestrus naar oestrus duurt meestal ongeveer 21 dagen, maar dit kan variëren tussen merries en is ook afhankelijk van externe factoren zoals licht, temperatuur en voeding. Het is essentieel voor fokkers om de vruchtbaarheidscyclus van hun merries goed te begrijpen om de kans op een succesvolle bevruchting te maximaliseren.

Wanneer een merrie niet drachtig wil worden dan kan dat best frustrerend worden. Juist omdat we het vaak zo graag willen en alles in orde lijkt. Er zijn verschillende oorzaken waarom een merrie niet drachtig wil worden:

1. Reproductieve gezondheid van de merrie:

   • Cyclische problemen: Sommige merries hebben onregelmatige of abnormale oestruscycli.
   • Anatomische problemen: Afwijkingen in de voortplantingsorganen zoals cysten, tumoren, of aangeboren afwijkingen kunnen de kans op dracht verminderen.
   • Infecties: Uteriene infecties kunnen het vermogen van een merrie om drachtig te worden beïnvloeden.

2. Leeftijd van de merrie: Oudere merries kunnen meer moeite hebben om drachtig te worden dan jongere merries.

3. Kwaliteit en aantal spermacellen van de hengst:

   • Als het sperma van de hengst van slechte kwaliteit is of in onvoldoende hoeveelheid aanwezig is, kan dit de bevruchting belemmeren.
   • De hengst kan ook reproductieve gezondheidsproblemen hebben.

4. Timing van de dekking: Het is cruciaal om de merrie tijdens haar vruchtbare periode te dekken. Als de timing niet juist is, kan ze niet drachtig worden.

5. Management en omgevingsfactoren: Stress, ongeschikte voeding, gebrek aan beweging, en andere omgevingsfactoren kunnen een rol spelen in de vruchtbaarheid van een merrie.

6. Eerdere drachtgeschiedenis: Merries die eerder problemen hebben gehad met dracht, zoals abortus of dystocia, kunnen in de toekomst meer problemen ondervinden.

7. Medicatie en behandelingen: Bepaalde medicijnen of behandelingen kunnen invloed hebben op de vruchtbaarheid van de merrie.

8. Genetische factoren: In sommige gevallen kunnen genetische factoren een rol spelen bij vruchtbaarheidsproblemen.

Als uw merrie moeite heeft om drachtig te worden, is het belangrijk om contact op te nemen met een dierenarts die gespecialiseerd is in paardenvoortplanting. Een grondige evaluatie kan helpen bij het identificeren van het specifieke probleem en het aanbevelen van de beste behandeling of managementaanpassingen.

Wanneer een merrie drachtig is, is het van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat ze de beste zorg en omstandigheden krijgt. Hier zijn enkele van de beste omstandigheden en aanbevelingen voor een drachtige merrie:

1. Voeding: Voedingsbehoeften veranderen naarmate de dracht vordert. In de eerste 8 maanden heeft de merrie mogelijk geen extra calorieën nodig, maar in de laatste 3 maanden van de dracht, wanneer het veulen snel groeit, zullen haar energiebehoeften aanzienlijk toenemen. Zorg voor een evenwichtig dieet met voldoende eiwitten, vitaminen en mineralen. Raadpleeg een paardenvoedingsdeskundige voor een specifiek voedingsplan.

2. Beweging: Regelmatige beweging is goed voor een drachtige merrie, maar het moet wel gematigd zijn. Te intensieve training of stressvolle situaties moeten worden vermeden.

3. Huisvesting: Een schone, droge stal of schuilplaats die haar beschermt tegen extreme weersomstandigheden is essentieel. Het moet ook veilig zijn, zonder scherpe randen of voorwerpen waarin ze verstrikt kan raken.

4. Medische zorg: Regelmatige controle door een dierenarts is belangrijk. Dit zorgt ervoor dat de merrie en haar ongeboren veulen gezond blijven. Vaccinaties en ontworming moeten volgens schema worden uitgevoerd.

5. Rustige omgeving: Merries die gestrest of angstig zijn, kunnen problemen ervaren tijdens hun dracht. Zorg voor een rustige, stabiele omgeving met minimale verstoringen.

6. Goede gezelschap: Als de merrie gewend is aan sociaal contact met andere paarden, zorg er dan voor dat ze gezelschap heeft, maar vermijd agressieve paarden die haar kunnen verwonden.

7. Hydratatie: Zorg ervoor dat ze altijd toegang heeft tot vers, schoon water.

8. Voorkom overgewicht: Hoewel het belangrijk is dat de merrie voldoende voeding krijgt, kan overvoeding leiden tot overgewicht, wat gezondheidsproblemen kan veroorzaken.

9. Geschikte ondergrond: Een zachte ondergrond zoals gras is ideaal. Vermijd modderige of gladde oppervlakken die verwondingen kunnen veroorzaken.

10. Voorbereiding op de bevalling: Naarmate de uitgerekende datum nadert, zorg ervoor dat je een schone, veilige en rustige plek hebt voor de bevalling. Houd noodnummers bij de hand, zoals die van de dierenarts, voor het geval er complicaties optreden.

Zorg altijd voor regelmatige controles door een dierenarts tijdens de dracht en volg professioneel advies op om ervoor te zorgen dat de merrie en haar veulen de beste kans hebben op een gezonde zwangerschap en bevalling.